3 soorten Saté
Ingrediënten (4 pers.)
Kipsaté
- 500g kippendijfilet zonder vel in stukjes
- 3 el ketjap A
- 1 el ketjap asin
- 1 el sambal
- ½ limoen, geperst
- 1 el arachideolie
- Satéprikkers
Pindasaus
- arachideolie
- 2 tenen knoflook, geraspt
- 1 el sambal
- 8 el pindakaas
- 250ml kokosmelk
- 2½ el ketjap manis
Rundvleessaté
- 500 gr. mager rundvlees (biefstuk) in stukjes
- 1 rode ui gehalveerd en in grove stukken
- Satéprikkers
Marinade
- 2 tl. sesamolie
- 2 teentjes knoflook geraspt
- 1 serehstengel in kleine ringetjes
- 1 hand gehakte verse koriander
- 1 el chilisaus
- 1 el vissaus
- 1 el. citroensap
- 2 tl. bruine suiker (of palmsuiker)
- 1 el donkere soyasaus
Tonijnsaté
- 400 g. tonijnfilet in stukjes
- Satéprikkers
Marinade
- 5 eetl. sojasaus
- 4 eetl. sherry
- zout
Saus
- 1 stukje gemberwortel van 3 cm.
- 3 bosuitjes
- 2 tl serehpoeder
- 2 el olie
- 3 el balsamicoazijn
- 2 el bruine suiker
- 100 ml bouillon van tablet
Gekookte witte rijst
In Yokyakarta aten we op Malioboro Street diverse soorten Saté. Natuurlijk kennen we allemaal de Balinese kipsaté (saté ayam) en de varkenssate (saté babi). Maar Indonesië kent vele andere varianten. Met rundvlees, geit, garnalen, tonijn, tofu, noem maar op. Wij hebben op Bali vaak de tonijnsaté voorgeschoteld gekregen en in Yokyakarta kregen we een proeverij van meerdere soorten. De saté wordt dan opgediend op een minibarbeque met gloeiende kooltjes, waarop het vlees nog ligt na te sissen.
Bereiding:
Kipsaté (Saté Ayam)
Snijd het kippendijvlees in stukjes. Doe deze in een kom en marineer met de knoflook, gember, limoensap, ketjap, sambal en arachideolie.
Laat de kip minstens een uur marineren (maar maar hoe langer hoe beter) en laat intussen de satéprikkers baden in water.
Verwarm de oven voor op de grillstand (of nog beter een barbeque)
Rijg de kipstukjes op de satéprikkers.
Grill de kipsaté in de oven voor ongeveer 10 minuten (of totdat de kip gaar is)
Bak voor de pindasaus de knoflook, sambal en pindakaas op laag vuur. Voeg de kokosmelk toe en meng met een garde.
Serveer de saté met de satésaus, komkommer en gefrituurde uitjes.
Rundvleessaté (Saté Daging Sapi)
Snijd de biefstuk ik dunne vierkante stukjes. Maak de marinade door alle ingrediënten voor de marinade te mengen en laat het vlees minstens 3 uur marineren (maar maar hoe langer hoe beter).
Rijg een stukje vlees en een stuk ui om en om aan satéprikkers.
Verhit een grillpan of de oven voor op de grillstand (of nog beter een barbeque)
Grill de rundvleessaté in een hete grillpan 2 minuten per zijde. Tijdens het grillen het vlees regelmatig insmeren met de marinade.
Tonijnsaté (Saté Tuna)
Tonijn in gelijke stukjes snijden en aan de satéprikkers rijgen.
Roer voor de marinade 3 el. sojasaus, sherry en 1 theel. zout door elkaar. Marineer tonijn hierin minstens 10 min.
Schil gember en hak fijn. Snijd bosui fijn. Verhit olie en bak gember en bosui 2 min. Roer er de sereh, 2 el. sojasaus, azijn, suiker en visbouillon door. Laat saus 3 min. flink koken. Neem pan van vuur.
Verhit een grillpan of de oven voor op de grillstand (of nog beter een barbeque)
Grill de saté 2 minuten aan elke kant in de hete grillpan. Verwarm de saus. Roer de marinade door de saus.
Serveren
In Indonesië wordt de saté geserveerd op een mini-barbeque met gloeiende kooltjes die op tafel wordt gezet. Thuis kun je dat doen met een wegwerpbarbeque die je van te voren aanzet. Je kunt hier natuurlijk ook de saté op grillen, maar dat zou ik dan wel even buiten doen 😉 Als je dat teveel werk vind kun je de saté ook opdienen op een mooie schaal of houten plank en geef de sauzen er in kleine schaaltjes bij. Serveer met witte rijst, plakjes komkommer, tomaat en Atjar Tjampoer.